woensdag 30 januari 2013

Tussen de Joden en het Koninklijkhuis

 Joden en de Oranjes (In het kort)

  Tussen de Oranjes in het algemeen en de Joodse bevolking is het door de eeuwen heen pais en vree geweest. De populariteit van het Huis van Oranje in Joodse kring gaat terug tot ver in de Nederlandse geschiedenis, in ieder geval tot in de achttiende eeuw.

Uit de literatuur blijkt dat de Joodse gemeenschap de zijde koos van stadhouder prins Willem V toen de Patriotten hem in 1787 probeerden te verjagen. Burgerrechten kregen de Joden pas op 2 september 1796.

Koning Willem I

Koning Willem I (1772 –1843) Hij erkende Joodse adellijke titels die door andere vorsten waren toegekend.
Willem I 1772-1843


Koning Willem III en Prinses Emma op bezoek in de Snoge 1890
Willem III


Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik op bezoek in de Snoge 1904

‘Moeder van Uw volk’ noemde het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) Wilhelmina in 1936. Het blad sprak van ‘een innige band’ tussen de Joden en Oranje.

1880-1962
Of was zij toch niet zo een trouwe moeder?

Anti-Joodse sentimenten waren Wilhelmina vreemd. Nooit is zij in woord of geschrift betrapt op antisemitische uitlatingen, die voor de Tweede Wereldoorlog in Nederland toch niet ongebruikelijk waren.
bezoek aan de Snoge
In 1924 bezocht Wilhelmina met haar man prins Hendrik en dochter Juliana de Grote Synagoge in de hoofdstad. Dat het in de praktijk wel meeviel met de liefde van de Oranjes bleek kort na dit bezoek.

Liefde valt wel mee....

Op 5 januari 1937 wordt er in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Den Haag een galaconcert gegeven ter ere van het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard dat op 7 januari 1937 zou plaatsvinden. Naast het Wilhelmus en het Deutschlandlied zou er die avond pertinent ook het Nationaal-Socialistische Horst Wessel-lied gespeeld moeten worden. De dirigent van de koningin Peter van Anrooy weigerde het Deutschland lied te spelen.


Op last van koningin Wilhelmina werd Peter van Anrooy daarna op staande voet ontslagen als Harer Majesteits vaste dirigent bij koninklijke concerten.

http://boinnk.nl/blog/tag/koningin-wilhelmina-en-het-horst-wessel-lied/

 Koningin Wilhelmina zorgde er in 1939 hoogstpersoonlijk voor dat een kamp voor naar Nederland gevluchte Duitse Joden in Elspeet werd verplaatst omdat het naar haar zin te dicht bij haar paleis Het Loo was gevestigd.

De tweede wereldoorlog en de holocaust:

Tijdens de oorlog repte zij in haar beroemde radiotoespraken nauwelijks over de vervolging van de Joden. Slechts eenmaal en pas in oktober 1942 noemde ze het specifieke lot van de Joden. Ze sprak toen haar smart uit over ‘de uitroeiïng’ van de Joden, om er vervolgens de rest van de oorlog over te zwijgen. Toch groeide Wilhelmina ook in Joodse kring uit tot hét symbool van verzet en vrijheid.
Bron: http://www.pm.nl/artikel/674/joodse-oranjeliefde

De Nederlandse regering inclusief Wilhelmina had door de Nederlandse ambtenaren op te roepen niet mee te werken aan het oppakken en transporteren van Joden (mogelijk) mensenlevens kunnen redden.
Bron: Dr. Jacques Presser in het boek de Ondergang.

Koningin Juliana en de Joden:

In de jaren zestig veranderde de Nederlandse samenleving radicaal: ze ontzuilde, versteende elites kregen kritiek en de Oranjes werden bespot. Het nieuwe morele ijkpunt werd de vraag naar goed en fout tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij de Jodenvervolging een centrale rol innam. Daardoor kantelde de positie van Joden: van een kleine minderheid in het verzuilde landschap werden ze dragers van het geweten van de natie.

Voor het eerst in de geschiedenis hadden nu de Oranjes de Joden nodig. Dat werd duidelijk rond het huwelijk van Beatrix en Claus in 1966. Hij was lid van de Hitler Jugend geweest en Wehrmacht-soldaat. Dat kwam binnen de Joodse gemeenschap hard aan – net als bij provo’s en oud-verzetsmensen. In de hoofdstad verschenen teksten als Claus raus en Clauschwitz.

Bij hun huwelijk waren geen Joodse afgevaardigden aanwezig en van de gebouwen van de Joodse gemeenten hing geen vlag. Het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) schreef: “Thans eisen eerbied jegens onze doden, zelfrespect en anderzijds eerbied voor de koningin en Prins Bernhard en al wat zij vertegenwoordigen de grootste terughoudendheid.”

De Joodse gemeenschap was opnieuw trots op de Oranje nadat prins Claus in 1976 een bezoek heeft gebracht aan Israel.
Bron: http://www.bartwallet.nl/?page_id=13

Koningin Beatrix

Toen in 1980 Beatrix de troon besteeg, klonk er geen onvertogen woord meer uit de Joodse gemeenschap. De relatie ‘Oranje en Israël’ was hersteld.

Met verschillende bezoeken aan de Joodse gemeenschappen in Nederland en een staats bezoek aan Israel heeft koningin Beatrix duidelijk gemaakt wat de houding is van het koningshuis ten opzichte van de Joden.

En wat met de Joden?

Alle eer gaat uit naar de Joodse gemeenschap waar zij in elke sjoel elke sjabat een gebed uitspreken voor het welzijn van het koningshuis.

De Joden zijn het voorbeeld voor vele andere 'vreemden' in Nederland, de overheid van het 'gastland' moet respecteren. En dat je niet mag spugen in de emmer waaruit je drinkt.

Tot slot koningin Beatrix een frequent sjoel/snoge bezoekster, misschien meer dan menige jood?








dinsdag 29 januari 2013

Het koningshuis en de Rebbe van Munkatch

De geboorte Koningin Juliana kan zeker een ‘wonder’ genoemd worden. Voor koningin Juliana’s geboorte, konden haar ouders – Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik – jaren lang geen kinderen krijgen. Miskramen en een doodgeboren zoon in het jaar 1902, maakte men bezorgd dat prins Heinrich XXXII Reus van Kostritz (zoon van Wilhelmina
’s oudere nicht) de opvolger van de Nederlandse troon zou worden.

Prins Heinrich was behalve de eventuele troonopvolger van de Nederlandse troon ook een Duitse prins die goede relaties had met de Duitse keizerlijke familie en het leger. Als hij de Nederlandse troon zou krijgen was men bang dat de prins Nederland zou toevoegen aan de belangen van het Duitse rijk wat natuurlijk ten koste zou gaan van de Nederlandse onafhankelijkheid.

Met al deze zorgen aan haar hoofd besloot Koningin Wilhelmina om in 1908 een korte vakantie te nemen naar Marienbad, Oostenrijk. Omdat dit geen officieel staatsbezoek was, had de koningin slechts enkele mensen mee genomen en was er geen welkoms-commitee om haar te ontvangen op het treinstation van Marienbad. Echter, tot Wilhelmina’s verbazing stonden er vele honderden mensen op het perron.

Het was duidelijk een zeer prominent persoon zojuist was aangekomen. Iedereen was samengekomen om maar een glimp van deze bekende persoon op te vangen. Toen de koningin vroeg voor wie al deze mensen hier kwamen, antwoordde men haar dat de Rebbe van Munkatch (uitgesproken als: ‘Moenkatsj’), rabbijn Tzvi Hirsch Spira (1845-1914) net was aangekomen. Veel van de Rebbe’s chassidim waren naar het treinstation gekomen om de Rebbe te verwelkomen. Uiteraard vroeg Wilhelmina wat een ‘rebbe’ precies was. Men vertelde haar toen dat een Rebbe een zeer heilig man is, vol van wijsheid en brochos (een zegen) en advies geeft aan zijn volgelingen. Duizenden mensen zoeken zijn advies en vragen de Rebbe om voor hen te bidden. Vaak worden de Rebbe’s gebeden verhoord en zij die zijn zegen vragen, leven om die zegen te zien worden vervuld.

Toen de koningin hiervan hoorde, dacht zij meteen aan haar eigen situatie en vroeg zij om een audiëntie met de Munkatcher rebbe.

De volgende dag, bezocht de koningin de Rebbe met twee van haar assistenten. De Rebbe zelf had twee bochrim (jongens) met zich meegenomen om te dienen als tolk.

Munkatcher Rebbe zy"a Op het moment dat Wilhelmina tegenover de Rebbe ging zitten besefte zij dat de man tegenover haar, een zeer groot man was. Ze sprak over hoe bedroefd zij was dat zij geen kinderen kon krijgen terwijl de Rebbe aandachtig luisterde naar de zorgen van de Nederlandse monarch.

Toen zij uitgesproken was, zei de Rebbe haar dat zij zich geen zorgen hoefde te maken. Haar monarchie zou door blijven gaan. Toen ze op stond om te vertrekken, citeerde de Rebbe een pasuk (tekst) uit de Torah dat haar koninkrijk niet afgekapt zou worden ‘totdat Shilo komt’ (Bereshis/Gen. 49:10). “De Koningin zal nakomelingen hebben tot de komst van Moshiach (de Messias),” waren de Munkatcher Rebbe’s laatste woorden van de audiëntie.

Een jaar later, in 1909, werd Juliana geboren. Het enige kind dat Koningin Wilhelmina ooit had. — “Als jullie de geboden van Hashem, jullie G-d, houden en gaan in Zijn wegen. Dan zullen alle volkeren van de wereld zien dat de Naam van Hashem op jullie is, en zij zullen jullie vrezen,” Devorim/Deut 28:9-10.

Zoals wij in het bovenstaande – waargebeurde – verhaal zien, leren wij dat wanneer Joden handelen in de wegen van de Torah, de niet-Joodse volkeren ook zullen zien dat wij een heilig volk zijn dat aan Hashem toebehoort. Een Kiddush Hashem en een ‘licht voor de volken.’ —- UPDATE 18 Mei 2011:

Een van de rabbijnen met wie ik leer vertelde mij vandaag dat de tolk (de bochur), de schoonvader van zijn oom was.

Met dank aan Joel v. Schukkman

Populaire berichten

Jerusalem

Volgers