dinsdag 12 mei 2015

Voor Jiddishe Mammes zijn tomaten ook belangrijk



Simon Rozendaal bezocht een tuinbouwkas en kreeg daar te horen dat planten een geheel andere kijk op zomer en herfst hebben dan wij.

 Ik was in een kas. Om precies te zijn, ik bezocht de afgelopen maanden een paar tuinbouwkassen, zowel in de Verenigde Staten als in Nederland. Het was alweer een jaar of dertig geleden dat ik daar was geweest. Toen kon je gewoon een kas inlopen, tegenwoordig moet je beschermende kleding aan, hoes over je schoenen, kapje over je haar, en dienen je handen goed gereinigd te zijn of in handschoenen gestoken. Alsof je een microbiologisch laboratorium of een chipsfabriek bezoekt.

 Die vergelijking is minder vergezocht dan het lijkt. Ook een tuinbouwkas is een high­techtempel. De wortels van de planten bijvoorbeeld zitten niet in aarde, maar in steenwol of vergelijkbare substanties, en het hemelwater valt niet uit de hemel, maar wordt via een slangetje gedoseerd.

 Wie in zo'n kas rondloopt, realiseert zich hoe ver we als mensheid zijn gekomen. De oorspronkelijke tomatenplant was een struikje dat niet hoger kwam dan uw heupen en kleine zure besjes droeg – een beetje zoals een duindoorn. Vakantie Tegenwoordig groeien er stengels van 20 meter uit één zaadje. Uit 0,000004 kilo zaad komen 20 kilo aan zoete bommen.

Vijf miljoen maal het eigen gewicht! Momenteel groeien de planten in de kassen als een waanzinnige – de tomaat haalt 1 meter per week – maar begin augustus is het over en sluiten. Tegen de tijd dat wij mensen in het zonnetje zitten, begint voor planten de herfst. Het aantal uren zonlicht per dag neemt dan zo snel af dat ze er geen zin meer in hebben – ook aan vakantie toe zijn. Wel kun je ze met ledlampen nog een tijdje foppen.

Overigens heeft dat ook wel iets geruststellends, dat we zo'n plant totaal kunnen omkatten, maar toch nog een beetje zijn overgeleverd aan de nukken van de natuur. Elsevier nummer 20, 16 mei 2015

maandag 11 mei 2015

Populaire berichten

Jerusalem

Volgers