Een artikel van Rabbijn Raphael Evers over parsjat Noach, de afdeling van de week die aanstaande sjabbat in de synagoges gelezen zal worden.
Rabbijn Raphael Evers |
De boel bij elkaar houden
Toen hij zag dat alle volkeren zich begonnen te verspreiden en zijn invloed minder werd, zocht hij naar wegen om iedereen bij
elkaar te houden.
Hij bouwde een hoge toren als centraal oriëntatiepunt tegen verspreiding maar tevens om duidelijk te maken hoe machtig hij was. In zijn hoogmoed meende hij het te kunnen opnemen tegen G’d. Nimrod wilde dat de hele wereld zijn naam zou verheerlijken ten koste van G’ds naam.
elkaar te houden.
Goed op intermenselijk vlak
Met eenheid onder de mensen kan men alles bereiken.
G’d frustreerde zijn plannen en liet iedereen een andere taal spreken. Hun eenheid werd verbroken. Daardoor konden ze zich niet meer verenigen achter één koning. Nimrods plannen werden verijdeld. Zij kregen het echter veel minder hard te verduren dan de mensen uit de tijd van de Zondvloed omdat de mensheid in de tijd van Nimrod tenminste `been adam lechavero’ - op het intermenselijke vlak goed was. Wanneer er eenheid is onder de mensen kan men alles bereiken.
Goede doelen zijn sterker
De grote wijsheid van G’d, die verborgen ligt in de natuur, is slechts een vingerwijzing. In feite doet de wetenschap niets anders dan ontdekken wat er allemaal verborgen ligt in het universum. We voegen niets toe aan de Schepping. Het enige wat we doen is correlaties ontdekken tussen fenomenen in de natuur. Dit is ook wat koning David in zijn Tehilliem (Psalmen 8) zegt: ‘Wanneer ik Uw hemel zie, het maaksel van Uw vingers, de maan, de sterren die U heeft bereid, wat is dan nog de mens dat u hem zult gedenken en het mensenkind dat U naar hem omziet, o G’d, hoe groot is uw naam over de hele wereld!’.
G'd daalde af
G'd daalde af om de stad te zien. Het woord afdalen zit de verklaarders enigszins dwars. G’d is toch overal? Seforno (16e eeuw, Italië) legt dat `afdalen’ uit: G’d kijkt niet alleen naar de handelingen van de mensen maar ook beoordeelt Hij de gevolgen daarvan. Hij daalt af tot het einde van iedere handeling.
Doen en niet doen voor de gemeenschap
In de Zohar, de mystiekleer, trekt men hieruit de volgende conclusie: als reeds slechte mensen in eenheid veel kunnen bewerkstelligen, geldt dit toch zeker voor goede burgers, die zich verenigen voor goede doelen, om Tora en Mitsvot uit te voeren, werk voor de kehilla. Als zij een eenheid vormen, kunnen zij tot grote hoogten reiken. Dit is uiterst actueel. Alleen als onze gemeenschap zich tot een eenheid verenigt, kunnen wij grote doelen realiseren.
Is de torenbouw van Babel nog actueel? Ik denk dat wij voortdurende bezig zijn hoge torens van onszelf te bouwen om maar niet te hoeven luisteren naar G’ds woord. Velen geloven meer in de wetenschap dan in G’d. De wetenschap is inderdaad tot grote hoogten gestegen. Het menselijk verstand, de rede, wordt vaak tegenover het geloof in G’d gesteld. Het omgekeerde is echter waar. Wanneer we lang nadenken over de schepping wijst dat op de nietigheid van de mens en de almacht van G’d.
Wetenschap en JodendomDe grote wijsheid van G’d, die verborgen ligt in de natuur, is slechts een vingerwijzing. In feite doet de wetenschap niets anders dan ontdekken wat er allemaal verborgen ligt in het universum. We voegen niets toe aan de Schepping. Het enige wat we doen is correlaties ontdekken tussen fenomenen in de natuur. Dit is ook wat koning David in zijn Tehilliem (Psalmen 8) zegt: ‘Wanneer ik Uw hemel zie, het maaksel van Uw vingers, de maan, de sterren die U heeft bereid, wat is dan nog de mens dat u hem zult gedenken en het mensenkind dat U naar hem omziet, o G’d, hoe groot is uw naam over de hele wereld!’.
G'd daalde af
G'd daalde af om de stad te zien. Het woord afdalen zit de verklaarders enigszins dwars. G’d is toch overal? Seforno (16e eeuw, Italië) legt dat `afdalen’ uit: G’d kijkt niet alleen naar de handelingen van de mensen maar ook beoordeelt Hij de gevolgen daarvan. Hij daalt af tot het einde van iedere handeling.
Doen en niet doen voor de gemeenschap
Seforno’s opmerking geldt voor alle gedrag van de mens. Iedere daad heeft enorme gevolgen. Ook voor de gevolgen wordt men verantwoordelijk gehouden. Dit geldt niet alleen in het privé leven. Wanneer men iets kan doen voor de gemeenschap en dat nalaat, heeft dat ook consequenties. Ook daarvoor is men aansprakelijk. Aan de andere kant heeft ook al het goeds dat men doet positieve gevolgen, waarvoor men beloning krijgt. Wanneer men meerdere mensen onder de vleugels van de G’ddelijke majesteit heeft gebracht is dit ook weer een verdienste voor vele generaties. En dat is veel van het werk voor de kehille!