zaterdag 29 augustus 2009

DE ESSENTIE VAN DE SCHEPPING EN DE MENS IN VERHOUDING TOT TESJOEWA.

Door: Rabbijn Juda Groenteman.

De ontzagwekkende dagen, Rosh Hashana, Tien dagen van Inkeer, Jom Kippoer.

Op Rosj Hasjana hebben wij de nadrukkelijke wens dat G.d ons zegent met een goed en zoet komend jaar in gezondheid en inkomen. Door onze dienst in de tien dagen van tesjoewa hebben wij zoals de Gemara het uitdrukt : “het weldadige en overvloedige van Zijn hand”. Wat houdt dienst in ? Dienst houdt in:

Tesjoewa, Tefilla, Tsedaka.

We gaan niet alleen in op de achtergronden van deze drie woorden, maar ook op de puur taalkundige betekenis ervan.

Tesjoewa wordt doorgaans vertaald met berouw. Dat is geen tesjoewa, omdat berouw in het Hebreeuws charata is. Niet alleen zijn deze twee termen niet synoniem, ze zijn elkaars tegengestelde. Charata houdt in: wroeging of een schuldgevoel over het verleden en de intentie om zich in de toekomst anders te gaan gedragen. De persoon wenst of beslist een herboren of een nieuw mens te zijn.

Tesjoewa betekent terugkeren naar het oude, naar de natuurlijke origine van iemand. Grondprincipe van het concept tesjoewa is: het feit dat elk mens in essentie goed is. Begeertes, verlangens en verleidingen kunnen hem tijdelijk afbuigen van zijn eigen wezen. Maar zijn essentie blijft waarheidsgetrouw. Het slechte wat hij doet is niet een deel van hem of doet niet af aan zijn zuivere natuur. Tesjoewa is terugkeren naar jezelf, terwijl berouw inhoudt het verleden verdringen en opnieuw starten.

Tesjoewa betekent teruggaan naar je Goddelijke oorsprong, je innerlijke oorsprong die Goddelijk is en te beseffen je ware ik. Bijvoorbeeld een tsaddiek, een totaal rechtvaardig mens, die geen strijd meer in zichzelf hoeft te voeren, die een en al goed is, die alleen maar in dienst staat van G.d en medemens, zo’n mens heeft geen reden tot berouw. En een zondaar die niet in staat is om berouw te hebben, maar beiden kunnen tesjoewa doen. De zondaar om terug te keren en de tsaddik om meer goed te doen. De rechtvaardige, ofschoon hij geen zonden doet, streeft constant naar zijn innerlijk, naar G.d. En de zondaar, hoe ver dan ook verwijderd van G.d, kan altijd terug keren, omdat tesjoewa is niet iets nieuws creëren, alleen opnieuw ontdekken het goede dat altijd al aanwezig was in jezelf.

Tefilla, bidden ?? Bidden is in het Hebreeuws niet Tefilla, maar bakasja en opnieuw zijn deze termen tegenstrijdig. Bakasja betekent bidden, verzoeken, verlangen in de vragende wijze. Tefilla betekent zich hechten, zich verbinden met. Met het bidden vraagt de persoon of G.d hem voorziet in zijn behoefte en gebrek. Als hij niet behoeftig is of geen verlangen voelt voor een gift van boven, dan wordt bidden, bakasja , overbodig. Maar in Tefilla: de persoon streeft er naar zich te hechten, naar hechting aan G.d, zich kleven aan G.d. Het is een beweging van iemand van beneden, reikend naar G.d. En dit is iets wat geschikt en bereikbaar is voor iedereen , op elk tijdstip. De menselijke ziel heeft een band met G.d, maar die huist ook in een lichaam. Door zijn hoofdbezigheid in deze materiële wereld, kan die band verzwakken. Daarom is het nodig die band constant te verstevigen en vernieuwen. Dat is de functie van Tefilla en het is een absolute noodzaak voor elk mens. En een mens die niet behoeftig is en het niet nodig vindt een bede te doen aan G.d, heeft evenzeer die hechting aan G.d nodig, te kleven aan de Bron van het leven.

Tsedaka, is dat liefdadigheid ??? Het Hebreeuwse woord voor liefdadigheid is niet Tsedaka, maar chesed. En opnieuw: twee woorden , twee tegenovergestelde begrippen. Chesed, liefdadigheid, houdt in dat de ontvanger geen recht heeft op de gift en de gever niet verplicht is om te geven. Hij geeft grootmoedig vanuit de goedheid van zijn hart. Zijn handeling is meer een deugdelijke goede eigenschap, dan een plicht. Tsedaka daarentegen, gerechtigheid, rechtvaardigheid, dat de donor geeft omdat het zijn plicht is.

Vooreerst: waarom is het een plicht ? Omdat alles in deze wereld uiteindelijk behoort aan G.d. De mens zijn vermogen, zijn bezittingen, is eigenlijk niet echt zijn bezit, integendeel, het is aan hem toevertrouwd. Bij G.d is een van de condities van dat vertrouwen dat hij zal geven aan diegenen die in nood zijn.

Ten tweede: een mens heeft de plicht te handelen naar de ander toe, zoals hij G.d vraagt te handelen tegenover hem. En zoals wij vragen G.d om Zijn zegen, is Hij ons niets verschuldigd en niets verplicht. Wij zijn verplicht in gerechtigheid te geven aan diegenen die ons vragen, al zijn we compleet niets aan hun verschuldigd. In die weg worden we ook beloond, maat naar maat, wij geven vrijelijk, G.d ook.

Dit zijn de drie wegen die leiden naar een jaar dat bezegeld is met al het goede, tesjoewa, terugkeer naar ons diepste innerlijke ik; Tefilla, en ons hechten en verbinden met G.d; Tsedaka, de verdeling van ons bezit in rechtvaardigheid.


Lezing: Juda Groenteman, elloel 5759, september 1998-99 te Antwerpen.

zondag 23 augustus 2009

Zelfonderzoek, 40 dagen

De periode vanaf de eerste dat van Rosh Chodesh (de nieuwe maand) Eloel tot Jom Kipoer (Grote Verzoendag) is 40 dagen.

Het getal 40 komt in de Thora vaak voor. Elke keer als het getal 40 voorkomt dan heeft het te maken met een bepaalde verandering dat plaats vind. Hierbij een aantal voorbeelden:

- De grote watervloed in de tijd van Noach duurde 40 dagen en 40 nachten. De Midrash vertelt ons dat de wereld enorm is veranderd na de watervloed. Alles was anders het karakter van de mens en de hele omgeving . De wereld was als het ware herboren en kreeg een tweede kans.

- Het Joodse volk was voor 40 jaar in de woestijn. Hun verblijf in de woestijn was omdat zij gestrafd werden omdat zij de slechte berichten van de spionnen over het Beloofde Land geloofd hebben. Deze 40 jaar waren nodig om het volk spiritueel te reinigen zodat zij waardig zouden zijn om het Land Israel te bewonen. Hier zien we weer de symbolische waarde van het getal 40. Het Joodse Volk kreeg een tweede kans na de zonde van de spionnen om het Land binnen te trekken.

- 40 dagen en nachten was Mosje op de berg om de Thora te ontvangen. De tweede keer ging hij weer voor 40 dagen en nachten de berg op. Bij de tweede keer ging hij de berg op vanaf het begin van de maand Eloel tot 10 Tishrie Jom Kipoer. Daarom valt Jom Kipoer op 10 Tishrie want dan is er een speciale atmosfeer van vergeving door Hashem. Want op die dag had Hashem het Joodse Volk vergeven voor de zonde van het gouden kalf.

- Er zijn meer voorbeelden waarbij het getal 40 belangrijk is. De hoeveelheid water dat een kosher mikwa moet hebben is 40 se'ah. Een mikwa veranderd de mens van spiritueel onrein naar rein. 40 dagen tot de vorming van een foetus volgen de Talmoed (dit is wetenschappelijk bewezen dat de eerste 40 dagen van een zwangerschap de electrische vonk nog niet aanwezig is bij de foetus).

- In het Hebreeuwse alphabet heeft elke letter een numerieke waarde het getal 40 = מ (mem) en telkens als het symbool van 40 belangrijk is dan zie je dat het centrale woord met een mem begint zoals: Mikwa (ritueel bad), Matan Thora (het geven van de Thora), Midbar (woestijn), Maboel (watervloed), Moshe.

Het getal 40 heeft dus telkens te maken met een bepaalde verandering. Daarom zijn er 40 dagen waarbij wij ons extra moeten concentreren om betere mensen te worden, waarbij de Thora en het naleven van de mitswot de bij uitstek beste methode is.

Het is de gewoonte om tijdens deze periode van de maand Eloel tot en met Jom Kipoer extra je best te doen.

Het staat in de Megillat Esther (boek van Esther) (9:22) waar het geven van giften aan de armen staat beschreven:
Iesh Lere'ehu umatanot l'evyonim, de eerste letters van deze vier woorden spelt de naam van de maan ELOEL (in het Hebreeuws natuurlijk) Hierdoor weten wij dat tijdens deze maand het heel belangrijk is om geld aan een goed doel te geven, in het bijzonder aan de armen.

Tijdens deze maand Eloel moet men teshoewa doen (tot inkeer komen). De Maimonides schrijft dat de opdracht van teshoewa uit drie elementen bestaat:
Toegeven, spijt en zeggen dat je het niet meer zal doen. Het is belangrijk om deze drie stappen hardop te zeggen. Net zoals de overtreding een lichamelijk actie was zo is ook teshoewa doen een lichamelijk actie door het uit te spreken.

Wat moet ik hiermee?
In de maand Eloel is het goed dat je je realiseert dat je hele bestaan helemaal niet zo standvastig is. Net als een vluchteling die geen vaste plek heeft. Of dat je een wankele brug oversteekt en bij een verkeerde beweging kan je ervan af vallen. Wij moeten deze 40 dagen van verandering deze spirituele kracht gebruiken voor onze eigen innerlijke verandering. Mijzelf te veranderen in een goed mens omdat ik weet wat mijn posititieve innerlijke kracht en potentieel is.

Populaire berichten

Jerusalem

Volgers